Toonaarden

2.1 - Do Groot


2.2 - Grote en kleine tertstoonladders 


2.2 - Toontrappen

Elke noot van de toonladder noemt men een toontrap. Er zijn 8 noten dus ook 8 toontrappen.

Ze worden aangeduid met Romeinse cijfers.

Om te beginnen, leren we enkel de vetgedrukte toontrappen.

I = Tonica

II = Boventonica

III = Mediant

IV= subdominant

V = Dominant

VI= Bovendominant

VII = Leidtoon (enkel in grote toonladders, ondertonica in kleine ttl)

VIII= Octaafnoot (= Tonica)

 

voorbeelden:

  • Do groot: do = tonica, mi = mediant, sol = dominant, si = leidtoon
  • Sol groot: sol = tonica, si = mediant, re = dominant, fa# = leidtoon
  • la klein: la = tonica, do = mediant, mi = dominant, sol = ondertonica

2.3 - De volgorde van de mollen of kruisen

Mollen

De volgorde van de mollen: si - mi - la - re - sol - do - fa

Kruisen

De volgorde van de kruisen: fa - do - sol - re - la - mi - si


2.3 - Toonaarden met 3 mollen of kruisen 

3 b 2 b 1 b 1 # 2 # 3 #
Mi b Groot Si b Groot Fa Groot Do Groot Sol Groot Re Groot La Groot
do klein sol klein re klein la klein mi klein si klein fa # klein

2.4 - Kwintencirkel

2.4 - Zo zoek je een toonaard... ...uit het hoofd!

Eerst zoek je de Grote tertstoonladder die bij de voortekening hoort.

 

  1. Wat staat er aan de sleutel?
    1.  Niets
      • Do Groot
    2.  Kruisen
      • Laatste kruis + een halve toon = naam van de Grote tertstoonladder 
    3.  Mollen
      • 1 b = Fa Groot
      • Voorlaatste mol = naam van de Grote tertstoonladder 

Grote of kleine toonaard?

 

  1. Is de laatste noot van het stuk dezelfde als de naam van de toonaard? 
    1.  Ja: Goed zo! Hier kan je stoppen. Je hebt de naam van de toonaard gevonden!
    2. Neen:
      • Ga vanaf de naam van de grote toonladder een kleine terts omlaag.
        Nu heb je de naam van de kleine toonladder.
        Is de laatste noot van het stuk dezelfde als de naam van de toonaard?
        Bravo! Je hebt de naam van de toonaard gevonden!